Griekenland krijgt verzachtende voorwaarden bij de noodsteun. Dat betekent minder renteinkomsten voor Nederland, maar in Zuid-Europa gaat er zelfs verlies geleden worden.
De vooruitgang na deze Eurotop? In ieder geval dat grote onrust op de financiële markten uitbleef tijdens het lange en moeizame onderhandelingsproces.
Dat is wel eens anders geweest in het recente verleden.
Maar nu ligt er toch een afspraak tussen de Griekse regering en de Troika (EU, IMF en ECB) over uitbetaling van verdere noodsteun en begrotingseisen die daaraan gekoppeld zijn.
De partijen zijn overeengekomen dat Griekenland een procent minder rente gaat betalen over het eerste steunpakket van 110 miljard uit 2010.
Ook wordt de looptijd van verstrekte leningen verlengd. En wordt eerder ontvangen rente op Griekse leningen terug gestort naar Griekenland.
Ten slotte krijgt Griekenland toestemming de eigen schuld in de markt op te kopen tegen sterk gereduceerd tarief. Dit aspect moet nog wel nader uitgewerkt worden.
Zuid-Europees verlies
De afspraken gaan de eurolanden geld kosten, Nederland bijvoorbeeld 70 miljoen per jaar. Het gaat daarbij om lagere rente-inkomsten, een lagere vergoeding dus op leningen.
Winst boekt Nederland nog steeds op de leningen aan Griekenland want ‘wij' kunnen voor een lager bedrag geld lenen op de kapitaalmarkt en dit hoger uitzetten in Griekenland.
Voor Spanje en Italië ligt dat anders. Zij betalen hoge rente op staatsschuld en zullen door de verlichting van Griekenland met verlies lenen aan het land.
Tussen
Leuk al die toezeggingen, maar wil Griekenland aan de schuld- en begrotingseisen kunnen voldoen zal het land toch eerste groei moeten laten zien.
De Griekse economie is in de afgelopen vijf jaar met circa een kwart gekrompen en de werkloosheid bedraagt eveneens een kwart van de beroepsbevolking. De krimp zet volgend jaar verder door.
Griekenland dient in 2016 over een structureel begrotingsoverschot van 4,5 procent te beschikken, wat als basis dient voor verdere schuldreductie.
Afgesproken is dat de schuld in 2016 uitkomt op 175 procent van het bnp, ongeveer het huidige niveau, teruglopend tot 124 procent in 2020 en substantieel onder de 110 procent in 2022.
Een niveau van 120 procent in 2020 wordt als houdbaar gezien, maar zou tegelijk ook onhaalbaar zijn voor de Grieken. Het IMF hanteerde dit echter als harde eis alvorens over te gaan tot verdere stortingen.
Nu is er dus een soort compromis gesloten en de weg vrijgemaakt voor uitbetaling van de volgende tranche van in totaal 43,7 miljoen euro van het tweede steunpakket.
Ambitieus
Het lijkt allemaal een herhaling van zetten. Griekenland krijgt een beetje verlichting maar geen verlossing.
Lange tijd werd het woord ‘haircut', oftewel afboeking op schuld, vermeden, maar uiteindelijk werden Europese banken toch aardig gekortwiekt (50 procent).
Ook nu wordt koste wat het kost een afschrijving vermeden, maar blijft het ernstig de vraag of dat wel realistisch is.
Dat is wel eens anders geweest in het recente verleden.
Maar nu ligt er toch een afspraak tussen de Griekse regering en de Troika (EU, IMF en ECB) over uitbetaling van verdere noodsteun en begrotingseisen die daaraan gekoppeld zijn.
De partijen zijn overeengekomen dat Griekenland een procent minder rente gaat betalen over het eerste steunpakket van 110 miljard uit 2010.
Ook wordt de looptijd van verstrekte leningen verlengd. En wordt eerder ontvangen rente op Griekse leningen terug gestort naar Griekenland.
Ten slotte krijgt Griekenland toestemming de eigen schuld in de markt op te kopen tegen sterk gereduceerd tarief. Dit aspect moet nog wel nader uitgewerkt worden.
Zuid-Europees verlies
De afspraken gaan de eurolanden geld kosten, Nederland bijvoorbeeld 70 miljoen per jaar. Het gaat daarbij om lagere rente-inkomsten, een lagere vergoeding dus op leningen.
Winst boekt Nederland nog steeds op de leningen aan Griekenland want ‘wij' kunnen voor een lager bedrag geld lenen op de kapitaalmarkt en dit hoger uitzetten in Griekenland.
Voor Spanje en Italië ligt dat anders. Zij betalen hoge rente op staatsschuld en zullen door de verlichting van Griekenland met verlies lenen aan het land.
Tussen
Leuk al die toezeggingen, maar wil Griekenland aan de schuld- en begrotingseisen kunnen voldoen zal het land toch eerste groei moeten laten zien.
De Griekse economie is in de afgelopen vijf jaar met circa een kwart gekrompen en de werkloosheid bedraagt eveneens een kwart van de beroepsbevolking. De krimp zet volgend jaar verder door.
Griekenland dient in 2016 over een structureel begrotingsoverschot van 4,5 procent te beschikken, wat als basis dient voor verdere schuldreductie.
Afgesproken is dat de schuld in 2016 uitkomt op 175 procent van het bnp, ongeveer het huidige niveau, teruglopend tot 124 procent in 2020 en substantieel onder de 110 procent in 2022.
Een niveau van 120 procent in 2020 wordt als houdbaar gezien, maar zou tegelijk ook onhaalbaar zijn voor de Grieken. Het IMF hanteerde dit echter als harde eis alvorens over te gaan tot verdere stortingen.
Nu is er dus een soort compromis gesloten en de weg vrijgemaakt voor uitbetaling van de volgende tranche van in totaal 43,7 miljoen euro van het tweede steunpakket.
Ambitieus
Het lijkt allemaal een herhaling van zetten. Griekenland krijgt een beetje verlichting maar geen verlossing.
Lange tijd werd het woord ‘haircut', oftewel afboeking op schuld, vermeden, maar uiteindelijk werden Europese banken toch aardig gekortwiekt (50 procent).
Ook nu wordt koste wat het kost een afschrijving vermeden, maar blijft het ernstig de vraag of dat wel realistisch is.