Het OM stelt geen strafrechtelijk onderzoek in tegen accountant Deloitte, voormalig bestuurder Dassen en hoofdjurist Evers. De VEB bestudeert de mogelijkheden om het OM alsnog tot vervolging te laten overgaan.
Deloitte had zich volgens de VEB schuldig gemaakt aan oplichting en valsheid in geschrifte in de nasleep van de Ahold-zaak.
Ook is sprake van deelname aan een criminele organisatie, aldus advocaat Gerard Spong. Daarom deed de VEB op 1 juni 2012 aangifte bij het OM in Den Haag.
Vijf vragen over de consequenties van de nieuwe ontwikkeling in deze actie:
1. Wat heeft het OM besloten?
Het OM heeft de VEB bericht dat de FIOD in opdracht van de Officier van Justitie diverse gesprekken heeft gevoerd.
Het OM komt tot de conclusie: "de beoordeling van de aangifte, met inachtneming van de overige informatie, leidt ertoe dat het Openbaar Ministerie geen strafrechtelijk onderzoek zal instellen naar de in uw aangifte vernoemde feiten".
De VEB bestudeert de mogelijkheden om het OM alsnog tot vervolging te laten overgaan.
Het oordeel van het OM betekent overigens niet dat de vordering van de VEB namens gedupeerde Ahold beleggers bij de rechtbank Amsterdam minder kansrijk is.
2. Waarover gaat de aangifte van de VEB?
Op 23 februari 2003 kwam de Ahold fraude aan het licht. Beleggers leden hierdoor (inclusief rente) ruim 16 miljard euro schade. In 2006 werd een schikking van 1,1 miljard dollar bereikt met Ahold en diverse andere partijen, met uitzondering van Deloitte.
Op 23 februari 2008 moest de vordering van de gedupeerde Ahold beleggers worden gestuit anders zou deze verjaren. De VEB en Deloitte zijn daartoe eind 2007 in gesprek getreden.
Door Deloitte is bij tijdens die besprekingen een sfeer gecreeerd van vertrouwen: er werd gesproken als "heren onder elkaar". Nadat op hoofdlijnen een akkoord was bereikt over de stuiting werd door Deloitte als contractspartij Deloitte Accountants B.V. naar voren geschoven.
Later bleek dit de verkeerde partij: de vordering van de gedupeerde Ahold beleggers was achtergebleven bij de Maatschap Deloitte Accountants.
De aangifte heeft (onder andere) betrekking op een brief die Roger Dassen op 18 februari 2008 aan de VEB stuurde.
In die brief liet Dassen namens Deloitte Accountants B.V. weten de vordering van de gedupeerde Ahold beleggers te stuiten. Deloitte Accountants B.V. kon deze vordering niet stuiten omdat de vordering bij de Maatschap Deloitte Accountants was achtergebleven.
De brief van 18 februari 2008 was daarmee uitsluitend bedoeld om de gedupeerde Ahold aandeelhouders om de tuin te leiden.
De VEB en haar advocaat mr. Spong kwalificeren deze brief als valsheid in geschrifte.
De VEB rook echter onraad. Op 20, 21 en 22 februari 2008 heeft de VEB zekerheidshalve de vordering van de gedupeerde beleggers ook gestuit bij een groot aantal maten van de Maatschap Deloitte Accountants.
Het lukte de VEB echter niet om op deze korte termijn de vordering te stuiten bij alle (ongeveer) 200 betrokken maten. De gedupeerde Ahold beleggers kunnen door de misleidende handelingen van Deloitte mogelijk niet hun gehele schade verhalen.
3. Waarom heeft de VEB aangifte gedaan?
De vorderingen van de gedupeerde Ahold beleggers zien in potentie op een zeer groot bedrag. Het is voor de VEB onacceptabel dat Deloitte door een kunstgreep heeft geprobeerd onder haar verantwoordelijkheid in de Ahold affaire uit te komen.
4. Welke procedures lopen nog tegen Deloitte?
De VEB heeft in een civiele procedure voor de rechtbank Amsterdam circa 140 maten van de Maatschap Deloitte Accountants gedaagd. Ook zijn diverse B.V.'s gelieerd aan deze maten gedaagd. In totaal betreft het meer dan 500 partijen.
In de civiele procedure staat de aansprakelijkheid van Deloitte voor haar rol in de Ahold fraude centraal. Ook in deze procedure werpt Deloitte diverse juridische rookgordijnen op. Zo zou de rechtbank te Maryland (USA) enkel bevoegd zijn en dus niet de rechtbank Amsterdam.
Ook zouden de vorderingen van de gedupeerde Ahold beleggers zijn verjaard omdat de VEB in juridische zin niet de bevoegdheid heeft om deze vorderingen te stuiten. Op 29 november 2012 staat een mondelinge behandeling gepland.
De VEB is tegen drie bestuurders van Deloitte Accountants B.V. in 2008 een tuchtprocedure gestart. De VEB is van mening dat deze accountants niet eerlijk en oprecht hebben opgetreden jegens de VEB toen in februari 2008 het onderwerp stuiting ter sprake kwam. De tuchtprocedure ziet op dezelfde feiten als de strafrechtelijke aangifte.
5. Deloitte stelt dat al is vast komen te staan dat de fraude bij Ahold juist bedoeld was om de accountant, Deloitte, te misleiden. Waarom verhalen de gedupeerde Ahold beleggers dan toch hun schade op Deloitte?
Voor de aansprakelijkheidsvraag is niet relevant of de fraude bij Ahold bedoeld was om de accountant om de tuin te luiden. De vraag die relevant is of de accountant haar controlewerkzaamheden goed heeft verricht.
Het staat vast dat Deloitte haar werkzaamheden bij Ahold niet naar behoren heeft verricht. Zowel de Raad van Tucht als in hoger beroep, het College van Bedrijfsleven hebben dit vernietigende oordeel vastgesteld: "de accountant [is] ernstig tekortgeschoten en [heeft] blijk gegeven van een grote mate van passiviteit ten opzichte van wat hem werd aangeleverd".
Ook is sprake van deelname aan een criminele organisatie, aldus advocaat Gerard Spong. Daarom deed de VEB op 1 juni 2012 aangifte bij het OM in Den Haag.
Vijf vragen over de consequenties van de nieuwe ontwikkeling in deze actie:
1. Wat heeft het OM besloten?
Het OM heeft de VEB bericht dat de FIOD in opdracht van de Officier van Justitie diverse gesprekken heeft gevoerd.
Het OM komt tot de conclusie: "de beoordeling van de aangifte, met inachtneming van de overige informatie, leidt ertoe dat het Openbaar Ministerie geen strafrechtelijk onderzoek zal instellen naar de in uw aangifte vernoemde feiten".
De VEB bestudeert de mogelijkheden om het OM alsnog tot vervolging te laten overgaan.
Het oordeel van het OM betekent overigens niet dat de vordering van de VEB namens gedupeerde Ahold beleggers bij de rechtbank Amsterdam minder kansrijk is.
2. Waarover gaat de aangifte van de VEB?
Op 23 februari 2003 kwam de Ahold fraude aan het licht. Beleggers leden hierdoor (inclusief rente) ruim 16 miljard euro schade. In 2006 werd een schikking van 1,1 miljard dollar bereikt met Ahold en diverse andere partijen, met uitzondering van Deloitte.
Op 23 februari 2008 moest de vordering van de gedupeerde Ahold beleggers worden gestuit anders zou deze verjaren. De VEB en Deloitte zijn daartoe eind 2007 in gesprek getreden.
Door Deloitte is bij tijdens die besprekingen een sfeer gecreeerd van vertrouwen: er werd gesproken als "heren onder elkaar". Nadat op hoofdlijnen een akkoord was bereikt over de stuiting werd door Deloitte als contractspartij Deloitte Accountants B.V. naar voren geschoven.
Later bleek dit de verkeerde partij: de vordering van de gedupeerde Ahold beleggers was achtergebleven bij de Maatschap Deloitte Accountants.
De aangifte heeft (onder andere) betrekking op een brief die Roger Dassen op 18 februari 2008 aan de VEB stuurde.
In die brief liet Dassen namens Deloitte Accountants B.V. weten de vordering van de gedupeerde Ahold beleggers te stuiten. Deloitte Accountants B.V. kon deze vordering niet stuiten omdat de vordering bij de Maatschap Deloitte Accountants was achtergebleven.
De brief van 18 februari 2008 was daarmee uitsluitend bedoeld om de gedupeerde Ahold aandeelhouders om de tuin te leiden.
De VEB en haar advocaat mr. Spong kwalificeren deze brief als valsheid in geschrifte.
De VEB rook echter onraad. Op 20, 21 en 22 februari 2008 heeft de VEB zekerheidshalve de vordering van de gedupeerde beleggers ook gestuit bij een groot aantal maten van de Maatschap Deloitte Accountants.
Het lukte de VEB echter niet om op deze korte termijn de vordering te stuiten bij alle (ongeveer) 200 betrokken maten. De gedupeerde Ahold beleggers kunnen door de misleidende handelingen van Deloitte mogelijk niet hun gehele schade verhalen.
3. Waarom heeft de VEB aangifte gedaan?
De vorderingen van de gedupeerde Ahold beleggers zien in potentie op een zeer groot bedrag. Het is voor de VEB onacceptabel dat Deloitte door een kunstgreep heeft geprobeerd onder haar verantwoordelijkheid in de Ahold affaire uit te komen.
4. Welke procedures lopen nog tegen Deloitte?
De VEB heeft in een civiele procedure voor de rechtbank Amsterdam circa 140 maten van de Maatschap Deloitte Accountants gedaagd. Ook zijn diverse B.V.'s gelieerd aan deze maten gedaagd. In totaal betreft het meer dan 500 partijen.
In de civiele procedure staat de aansprakelijkheid van Deloitte voor haar rol in de Ahold fraude centraal. Ook in deze procedure werpt Deloitte diverse juridische rookgordijnen op. Zo zou de rechtbank te Maryland (USA) enkel bevoegd zijn en dus niet de rechtbank Amsterdam.
Ook zouden de vorderingen van de gedupeerde Ahold beleggers zijn verjaard omdat de VEB in juridische zin niet de bevoegdheid heeft om deze vorderingen te stuiten. Op 29 november 2012 staat een mondelinge behandeling gepland.
De VEB is tegen drie bestuurders van Deloitte Accountants B.V. in 2008 een tuchtprocedure gestart. De VEB is van mening dat deze accountants niet eerlijk en oprecht hebben opgetreden jegens de VEB toen in februari 2008 het onderwerp stuiting ter sprake kwam. De tuchtprocedure ziet op dezelfde feiten als de strafrechtelijke aangifte.
5. Deloitte stelt dat al is vast komen te staan dat de fraude bij Ahold juist bedoeld was om de accountant, Deloitte, te misleiden. Waarom verhalen de gedupeerde Ahold beleggers dan toch hun schade op Deloitte?
Voor de aansprakelijkheidsvraag is niet relevant of de fraude bij Ahold bedoeld was om de accountant om de tuin te luiden. De vraag die relevant is of de accountant haar controlewerkzaamheden goed heeft verricht.
Het staat vast dat Deloitte haar werkzaamheden bij Ahold niet naar behoren heeft verricht. Zowel de Raad van Tucht als in hoger beroep, het College van Bedrijfsleven hebben dit vernietigende oordeel vastgesteld: "de accountant [is] ernstig tekortgeschoten en [heeft] blijk gegeven van een grote mate van passiviteit ten opzichte van wat hem werd aangeleverd".