Het bestuur van Fortis heeft zich schuldig gemaakt aan wanbeleid. Het is nu zaak dat het huidige bestuur van Ageas de voormalige bestuurders van Fortis aansprakelijk stelt en de schade gaat verhalen.
De Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam (OK) heeft vandaag in haar eindbeschikking vastgesteld dat de handelswijze van Fortis op meerdere fronten als wanbeleid valt te kwalificeren.
De VEB is verheugd dat de OK haar oordeel over de bestuurders en het beleid deelt.
Dit juridische oordeel wanbeleid is een belangrijke steun in de rug voor de VEB en haar achterban in de tegen Ageas, de voormalige bestuurders en de begeleidende banken.
Het biedt ook extra munitie tegen Fortis en de voormalige bestuurders. Door de kwalificatie wanbeleid ten aanzien van de communicatie staat ook vast dat Fortis en gedeeltelijk de banken beleggers onjuist, onvolledig of onvoldoende heeft geïnformeerd.
Daarmee worden belangrijke vragen in de misleidingsprocedure grotendeels beantwoord.
Oordeel wanbeleid
De Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam heeft donderdag haar definitieve oordeel geveld over het beleid en de gang van zaken bij Fortis in de periode mei 2007 tot oktober 2008.
Het bestuur van Fortis was op belangrijke momenten niet in staat leiding te geven aan het management of zelfs afwezig bij het Belgisch-Nederlandse concern. Daarnaast hebben bestuurders van Fortis stelselmatig beleggers onjuiste of onvolledige informatie verstrekt.
Het wanbeleid richt zich op zowel de afwezigheid van bestuurders op belangrijke momenten als de onjuiste/onvolledige informatieverstrekking.
In zijn oordeel gebruikt de OK harde kwalificaties als `schuldig, ´ernstig verwijtbaar´ en ´misleidend´.
Tegen deze eindbeschikking staat enkel cassatie open. De feiten waarover de OK heeft geoordeeld staan vast.
VIJF VRAGEN OVER DE VEB ACTIE FORTIS NAAR AANLEIDING VAN HET OORDEEL WANBELEID
1. Wat heeft de Ondernemingskamer geoordeeld?
De OK heeft op basis van het enquêterapport, dat in juni 2010 al is gepubliceerd, geoordeeld dat het bestuur van Ageas (voorheen Fortis) zich schuldig heeft gemaakt aan wanbeleid. Dat is een juridische kwalificatie dat het bestuur zijn taak niet naar behoren heeft uitgevoerd.
Bij Fortis is sprake geweest van onjuiste en onvolledige informatieverstrekking aan beleggers. Dat is voor de OK een reden om wanbeleid vast te stellen.
Met name de berichtgeving over de impact van de subprime portefeuille was onjuist en zorgde voor een onvolledig beeld van de ernst van de situatie. Dat is het bestuur aan te rekenen, aldus de OK.
Daarnaast heeft de OK ook geoordeeld dat de bestuurders op belangrijke momenten niet thuis gaven of zelfs volledig onzichtbaar en afwezig waren. Dat kan niet, aldus de OK. Bestuurders moeten juist op moeilijke of hectische momenten aan het roer blijven staan.
2. Wat is de impact van de uitspraak op de misleidingszaak van de VEB?
Dit juridische oordeel wanbeleid is een belangrijke steun in de rug in de misleidingszaak tegen Fortis (nu Ageas), de voormalige bestuurders en de begeleidende banken. Het biedt ook extra munitie tegen Fortis en de voormalige bestuurders.
Door de kwalificatie wanbeleid ten aanzien van de communicatie staat ook vast dat Fortis en gedeeltelijk de banken beleggers onjuist, onvolledig of onvoldoende heeft geïnformeerd. Daarmee worden belangrijke vragen in de misleidingsprocedure grotendeels beantwoord. De OK spreekt zelfs al daadwerkelijk van misleiding.
3. Waarom roept de VEB het huidige bestuur van Ageas op voormalige bestuurders van Fortis aansprakelijk te stellen? Dat heeft de VEB toch al gedaan?
De VEB heeft in de misleidingszaak inderdaad voormalige bestuurders aansprakelijk gesteld wegens het misleiden van beleggers. Dat ziet dan voornamelijk op de zeven momenten van communicatie met de financiële markten en beleggers in het bijzonder.
Het oordeel van de OK ziet ook op de interne verhouding tussen het bank-verzekeringsconcern Ageas, destijds Fortis, en de bestuurders. Doordat bestuurders hun taak niet naar behoren hebben vervuld heeft Fortis schade geleden. Die schade kan enkel Ageas, als rechtsopvolger van Fortis, direct op de bestuurders verhalen.
De VEB is van mening dat het tot de taak van het huidige bestuur hoort om zoveel mogelijk waarde terug te halen bij verantwoordelijke bestuurders, maar ook adviseurs en begeleidende banken. Met deze uitspraak heeft het huidige bestuur stevig materiaal in handen om de voormalige bestuurders aan te spreken.
4. Betekent deze uitspraak het einde aan de enquêteprocedure?
Zover is het nog niet. In de eerste plaats heeft Ageas al tussentijds cassatie ingesteld tegen een oordeel van de OK in de eerste fase. Daarnaast kan Ageas ook tegen deze eindbeschikking in cassatie.
De feitelijk vaststelling door de OK staat echter wel vast. In cassatie kunnen alleen rechtsvragen worden opgevoerd.
5. Hoe staat het met de misleidingszaak?
De VEB heeft de misleidingszaak gestart in januari 2011. De wederpartijen (Ageas, de voormalige bestuurders en de begeleidende banken) hebben sindsdien getracht de procedure te vertragen.
Op 11 april 2012 is gepleit over de door de wederpartijen opgevoerde incidenten. Incidenten zijn juridische verweren die voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de zaak door de rechter moeten worden beoordeeld.
De VEB is overtuigd dat deze verweren niet zullen slagen en dat de inhoudelijke behandeling later dit jaar van start kan gaan.