VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Voor ING komt kerstmis vroeg dit jaar, voor beleggers wat later

Het bod van ING op zeven verschillende obligaties in euro's, dollars en ponden is een zero sum game: wat de bank wint, verliest een belegger.

Het is duur, je hebt er niets meer aan en je kan er ook nog eens met winst vanaf.
 
Één plus één plus één moet drie zijn geweest voor ING topman Jan Hommen. Hommen maakte maandag bekend dat hij zeven verschillende achtergestelde obligaties wil terugkopen of omruilen voor meer reguliere obligaties.

Onder de nieuwe boekhoudregels, Basel III, tellen de speciale leningen, die een kruising zijn tussen een aandeel en een obligatie, niet meer mee als bufferkapitaal voor het berekenen van solvabiliteit ratio's van banken.

Vervelend, want de rentevergoedingen op achtergestelde leningen liggen al snel enkele procenten boven die van die
van de normale obligaties.

De koers van deze speciale obligaties zijn afgelopen tijd flink ingezakt en dat biedt banken ultieme kansen. Doordat de biedingen op de obligaties ver onder de nominale waarden liggen kunnen banken een boekwinst realiseren als het inkoopbod slaagt.

Het verschil tussen de nominale waarde (100 procent) en het bod (tussen de 58 en 80 procent) mag namelijk bij het eigen vermogen opgeteld worden.

Miljarden boekwinst
Het heeft iets ironisch. Door de biedingen op de speciale obligaties die niet meer tot eigen vermogen gerekend mogen worden, stijgt het eigen vermogen en de solvabiliteit.

De optelsom van nominale waarden waarop ING een bod doet bedraagt 5,8 miljard. Als iedere belegger zich inschrijft kan terugkoop- omruilactie resulteren in een boekwinst van liefst 1,6 miljard euro. Zonder meer een vroeg kerstcadeautje. Maar of er een strik omheen zit, is afhankelijk van hoeveel beleggers het bod accepteren.

Laten we eens kijken hoe dat bij Van Lanschot en SNS Reaal ging. Beide banken gingen ING voor met soortgelijke acties.

Bij ging een kleine 94 procent van de beleggers in op het aanbod om de achtergestelde obligaties in te kopen of om te ruilen. 

Bij waren beleggers minder onder de indruk van de omruilvoorwaarden en schreef slechts 57 procent zich in .