Rijke particulieren krijgen vaak het advies om een deel van hun vermogen in hedgefondsen te beleggen. Zo zou het risico van hun portefeuille omlaag gaan. Het blijkt maar het halve verhaal.
De gefortuneerde bellegger heeft ze vast wel eens van zijn vermogensbeheerder onder ogen gekregen.
Flitsende grafieken of tabellen waaruit bijna niet anders valt te concluderen dan dat beleggen in hedgefondsen een gratis lunch oplevert.
Vermogensbeheerders claimen vaak dat het toevoegen van de fondsen, die in de regel met geleend geld werken en kunnen speculeren op koersdalingen, het rendement-risico profiel van een portefeuille verbetert.
De grafiek hiernaast is er één die beleggers dan moet overtuigen.
In de figuur is de standaarddeviatie, de beweeglijkheid van een effect, afgezet tegen het te verwachten rendement.
De standaarddeviatie is een veel gebruikte maatstaf voor risico, zodat het hier gaat om een relatie tussen risico en rendement.
De roze lijn bestaande uit (optimale) portefeuilles waarin hedgefondsen zijn meegenomen ligt ruim boven de rode lijn met (optimale) portefeuilles waarin geen hedgefonds zijn meegenomen.
Iets simpeler gezegd: een belegger die hedgefondsen toevoegt aan zijn portefeuille kan met hetzelfde risico een hoger rendement halen dan iemand die dit niet doet.
Vooral een risicomijdende belegger zal geneigd zijn om een deel van zijn vermogen in hedgefondsen te stoppen. Verschillende vermogensbeheerders adviseren rijke particulieren om 5 tot 10 procent van hun kapitaal in de alternatieve beleggingscategorie te steken.
Geen gratis lunch
De truc zit in het gebruik van de standaarddeviatie als maatstaf voor risico. Die is niet volledig. Sterker nog, het gebruik van standaarddeviatie is juist bij hedgefondsen erg misleidend.
Het risico op extreem negatieve rendementen is bij veel soorten hedgefondsen aanzienlijk groter dan bij bijvoorbeeld aandelen of obligaties.
Normaal geldt niet
Het berekenen van de standaarddeviatie als maat voor risico heeft alleen zin als de rendementen zich statistisch ‘normaal' gedragen. Als uit het verleden blijkt dat een bepaalde belegging in de meeste gevallen pakweg 6 procent rendement haalt, dan wordt er vanuit gegaan dat dat ook in de toekomst overwegend de praktijk zal zijn.
Deze veel gebruikte normale verdeling, die veronderstelt dat veel rendementen rondom het gemiddelde met weinig extremen (‘outliers'), is nauwelijks toepasbaar op de rendementen van hedgefondsen.
De verdeling van hedgefonds rendementen is veel schever naar links (statistici noemen dit skewness), en deze negatieve uitslagen komen ook nog eens vaker voor (kurtosis).
Harde klappen bij verrassingen
Waarom hebben juist hedgefondsen hier last van? Veel van deze fondsen zetten in op redelijke sure bets.
Neem het spel van overnamearbitrage. Als een overname wordt aangekondigd, zit vaak nog niet de volledige overnamepremie verwerkt in de koers van het aandeel van het bedrijf dat wordt overgenomen.
Een overname arbitrage fonds manager neemt vaak een positie in met de hoop dat de overname slaagt, en hij de hele premie kan incasseren.
Negentien van de twintig keer gaat dit goed en maakt het hedgefonds een mooi rendement. Maar als het een keer fout gaat dan knalt de koers hard onderuit. Doordat deze fondsen vaak met veel vreemd vermogen werken, komen de klappen nog eens dubbel zo hard aan.
Een belegger die vrolijk de standaarddeviatie van zijn portefeuille probeert te verlagen door hedgefondsen toe te voegen moet goed beseffen dat vaak het risico op extreem negatieve uitslagen wel toeneemt.
Op de hoogte blijven?
Flitsende grafieken of tabellen waaruit bijna niet anders valt te concluderen dan dat beleggen in hedgefondsen een gratis lunch oplevert.
Vermogensbeheerders claimen vaak dat het toevoegen van de fondsen, die in de regel met geleend geld werken en kunnen speculeren op koersdalingen, het rendement-risico profiel van een portefeuille verbetert.
In de figuur is de standaarddeviatie, de beweeglijkheid van een effect, afgezet tegen het te verwachten rendement.
De standaarddeviatie is een veel gebruikte maatstaf voor risico, zodat het hier gaat om een relatie tussen risico en rendement.
De roze lijn bestaande uit (optimale) portefeuilles waarin hedgefondsen zijn meegenomen ligt ruim boven de rode lijn met (optimale) portefeuilles waarin geen hedgefonds zijn meegenomen.
Iets simpeler gezegd: een belegger die hedgefondsen toevoegt aan zijn portefeuille kan met hetzelfde risico een hoger rendement halen dan iemand die dit niet doet.
Vooral een risicomijdende belegger zal geneigd zijn om een deel van zijn vermogen in hedgefondsen te stoppen. Verschillende vermogensbeheerders adviseren rijke particulieren om 5 tot 10 procent van hun kapitaal in de alternatieve beleggingscategorie te steken.
Geen gratis lunch
De truc zit in het gebruik van de standaarddeviatie als maatstaf voor risico. Die is niet volledig. Sterker nog, het gebruik van standaarddeviatie is juist bij hedgefondsen erg misleidend.
Het risico op extreem negatieve rendementen is bij veel soorten hedgefondsen aanzienlijk groter dan bij bijvoorbeeld aandelen of obligaties.
Normaal geldt niet
Het berekenen van de standaarddeviatie als maat voor risico heeft alleen zin als de rendementen zich statistisch ‘normaal' gedragen. Als uit het verleden blijkt dat een bepaalde belegging in de meeste gevallen pakweg 6 procent rendement haalt, dan wordt er vanuit gegaan dat dat ook in de toekomst overwegend de praktijk zal zijn.
Normale verdeling |
De verdeling van hedgefonds rendementen is veel schever naar links (statistici noemen dit skewness), en deze negatieve uitslagen komen ook nog eens vaker voor (kurtosis).
Harde klappen bij verrassingen
Waarom hebben juist hedgefondsen hier last van? Veel van deze fondsen zetten in op redelijke sure bets.
Neem het spel van overnamearbitrage. Als een overname wordt aangekondigd, zit vaak nog niet de volledige overnamepremie verwerkt in de koers van het aandeel van het bedrijf dat wordt overgenomen.
Een overname arbitrage fonds manager neemt vaak een positie in met de hoop dat de overname slaagt, en hij de hele premie kan incasseren.
Negentien van de twintig keer gaat dit goed en maakt het hedgefonds een mooi rendement. Maar als het een keer fout gaat dan knalt de koers hard onderuit. Doordat deze fondsen vaak met veel vreemd vermogen werken, komen de klappen nog eens dubbel zo hard aan.
Een belegger die vrolijk de standaarddeviatie van zijn portefeuille probeert te verlagen door hedgefondsen toe te voegen moet goed beseffen dat vaak het risico op extreem negatieve uitslagen wel toeneemt.
Op de hoogte blijven?