DPA probeert het nog maar eens. De kwakkelende Amsterdamse detacheerder lijft de Nederlandse Interim Groep (NIG) in. Na drie opeenvolgende mislukte overnames is de vraag waarom het management deze samensmelting wel tot een succesvolle combinatie zou kunnen maken.
Overnames en DPA gaan totnogtoe niet goed samen. De koopwoede onder voormalig bestuursvoorzitter Peter Smit heeft DPA tot aan de rand van de afgrond gebracht.
Zo liepen de annexatie van Falanx (2005), het in omzet destijds ongeveer aan DPA gelijkwaardige Flex Groep (2006), en Conink (beide in 2007) uit op een fiasco.
Toen aandeelhouders indertijd gevraagd werd hun fiat te geven, weigerde DPA bovendien relevante financiële informatie over deze overnamedoelwitten, verplicht volgens het Nederlandse ondernemingsrecht, te delen met aandeelhouders.
Blok aan been
DPA heeft overnames niet kunnen verteren en daardoor tijdens de economische hoogtijdagen vanaf de zijlijn moeten toekijken hoe concurrenten de markt verdeelden. In totaal betaalde DPA zo’n 60 miljoen euro goodwill bij deze deals.
Goodwill die binnen de kortste keren even zo makkelijk weer van het eigen vermogen moest worden afgeboekt. Ofwel, de hoge verwachtingen konden nooit worden waargemaakt en DPA moest een fors verlies verantwoorden.
De jaarrekening over 2010 laat zien dat van de goodwill al 40 miljoen euro is verdampt. Door slechte aansturing tijdens het integratieproces, personeel dat de deur uitliep, administratieve systemen die onvoldoende in elkaar waren geschoven en het voormalige management van Flex dat al snel zijn biezen pakte, waren de overnames een blok aan DPA’s been.
Ook Smit’s opvolger, Roland van der Hoek, slaagde er niet in de gemarginaliseerde Amsterdamse detacheerder weer op het juist spoor te krijgen. Van der Hoek stapte mei vorig jaar op. Sindsdien staat de tandem Max Boodie en Martin Delwel aan het roer.
Essentiële informatie ontbreekt
Ondanks deze twijfelachtige staat van dienst weigert DPA ook nu een kijkje in de boeken van NIG te geven. In plaats daarvan blinkt het overnamedocument uit in algemeenheden. Termen als ‘naar verwachting’ en ‘verwacht’ zijn nauwelijks te tellen.
Het enige kerncijfer dat DPA wel prijsgeeft, is de omzet van NIG over 2009. Deze zou volgens DPA-bestuurder Delwel 34,6 miljoen euro zijn geweest.
De laatst gedeponeerde jaarrekening bij de Kamer van Koophandel (op basis van Nederlandse boekhoudregels en niet, zoals DPA rapporteert, op IFRS-basis) toont overigens een omzet van ruim 30 miljoen euro.
Niet veel lager dan de 36 miljoen euro die DPA in 2010 binnenharkte.
Om een zorgvuldig oordeel te kunnen vormen hebben beleggers in ieder geval behoefte aan een balans, verlies- en winstrekening en kasstroomoverzicht over de jaren 2008, 2009 en 2010. Ook had DPA voorafgaand aan de ava op zijn minst inzicht moeten geven in de verwachte synergievoordelen en wanneer deze kunnen worden gerealiseerd.
Fors gewaardeerd
Eigenlijk is het een omgekeerde overname door de Bussemse concurrent NIG. DPA is de afgelopen jaren in een duikvlucht terechtgekomen en ziet alleen nog kans die trend om te buigen door een samengaan met NIG.
‘De bundeling van krachten zal een schaalvergroting met zich meebrengen waardoor DPA verwacht de efficiency van de organisatie te kunnen verbeteren’, aldus het overnamedocument. Het is een zinsnede die ook was terug te vinden in de toelichting op eerdere overnames.
De overname is ingrijpend en duur betaald. DPA betaalt minimaal 25 miljoen euro voor NIG, deels in aandelen (10 miljoen aandelen tegen een uitgiftekoers van 1,50 euro per aandeel) en deels in contanten (10,4 miljoen euro). DPA zal hiervoor in totaal 23,84 miljoen nieuwe aandelen moeten uitgeven. Na deze emissie zullen ruim 41,7 miljoen aandelen uitstaan.
In 2009 behaalde NIG, opnieuw blijkens het KvK register, een bedrijfsresultaat (ebitda) van 1,5 miljoen euro en een resultaat na belastingen van 1,2 miljoen euro. NIG draait dus wel winst, terwijl DPA al vijf zware verliesjaren achter de rug heeft. Met een verhouding tussen overnameprijs en resultaat na belastingen over 2009 van ten minste 20 is de deal als duur te bestempelen.
Een dergelijke multiplier is voor DPA niet te berekenen. Op het moment van aankondiging van de overname (14 januari 2010) was DPA’s marktkapitalisatie bijna 44 miljoen euro. De ebitda was met 4,6 miljoen euro flink negatief.
Lange terugverdientijd
Maar omdat moedermaatschappij NIG gedurende 2009 (en 2010) niet alle aandelen in de verschillende divisies bezit, is er een ‘aandeel derden’ van ruim vier euroton. Daardoor is het nettoresultaat slechts 738 duizend euro.
NIG heeft zich overigens verplicht om alle aandelen van de operationele divisies te verwerven. Lukt dit niet, dan kan DPA afzien van de koop.
Als het resultaat van de beide uitzenders over 2009 wordt opgeteld, dan resulteert een geconsolideerd verlies van zeven miljoen euro. Beide bedrijven verwachten dat de winst de komende jaren weer zal aantrekken.
De weg daar naartoe zal lang zijn. En de terugverdientijd van deze overnamesom dus ook.
Voor beleggers is het met de overnameflops nog vers in het geheugen te hopen dat DPA deze stap wel tot een succes weet te maken natuurlijk.
Zo liepen de annexatie van Falanx (2005), het in omzet destijds ongeveer aan DPA gelijkwaardige Flex Groep (2006), en Conink (beide in 2007) uit op een fiasco.
Toen aandeelhouders indertijd gevraagd werd hun fiat te geven, weigerde DPA bovendien relevante financiële informatie over deze overnamedoelwitten, verplicht volgens het Nederlandse ondernemingsrecht, te delen met aandeelhouders.
Blok aan been
DPA heeft overnames niet kunnen verteren en daardoor tijdens de economische hoogtijdagen vanaf de zijlijn moeten toekijken hoe concurrenten de markt verdeelden. In totaal betaalde DPA zo’n 60 miljoen euro goodwill bij deze deals.
Goodwill die binnen de kortste keren even zo makkelijk weer van het eigen vermogen moest worden afgeboekt. Ofwel, de hoge verwachtingen konden nooit worden waargemaakt en DPA moest een fors verlies verantwoorden.
De jaarrekening over 2010 laat zien dat van de goodwill al 40 miljoen euro is verdampt. Door slechte aansturing tijdens het integratieproces, personeel dat de deur uitliep, administratieve systemen die onvoldoende in elkaar waren geschoven en het voormalige management van Flex dat al snel zijn biezen pakte, waren de overnames een blok aan DPA’s been.
Ook Smit’s opvolger, Roland van der Hoek, slaagde er niet in de gemarginaliseerde Amsterdamse detacheerder weer op het juist spoor te krijgen. Van der Hoek stapte mei vorig jaar op. Sindsdien staat de tandem Max Boodie en Martin Delwel aan het roer.
Essentiële informatie ontbreekt
Ondanks deze twijfelachtige staat van dienst weigert DPA ook nu een kijkje in de boeken van NIG te geven. In plaats daarvan blinkt het overnamedocument uit in algemeenheden. Termen als ‘naar verwachting’ en ‘verwacht’ zijn nauwelijks te tellen.
Het enige kerncijfer dat DPA wel prijsgeeft, is de omzet van NIG over 2009. Deze zou volgens DPA-bestuurder Delwel 34,6 miljoen euro zijn geweest.
De laatst gedeponeerde jaarrekening bij de Kamer van Koophandel (op basis van Nederlandse boekhoudregels en niet, zoals DPA rapporteert, op IFRS-basis) toont overigens een omzet van ruim 30 miljoen euro.
Niet veel lager dan de 36 miljoen euro die DPA in 2010 binnenharkte.
Om een zorgvuldig oordeel te kunnen vormen hebben beleggers in ieder geval behoefte aan een balans, verlies- en winstrekening en kasstroomoverzicht over de jaren 2008, 2009 en 2010. Ook had DPA voorafgaand aan de ava op zijn minst inzicht moeten geven in de verwachte synergievoordelen en wanneer deze kunnen worden gerealiseerd.
Fors gewaardeerd
Eigenlijk is het een omgekeerde overname door de Bussemse concurrent NIG. DPA is de afgelopen jaren in een duikvlucht terechtgekomen en ziet alleen nog kans die trend om te buigen door een samengaan met NIG.
‘De bundeling van krachten zal een schaalvergroting met zich meebrengen waardoor DPA verwacht de efficiency van de organisatie te kunnen verbeteren’, aldus het overnamedocument. Het is een zinsnede die ook was terug te vinden in de toelichting op eerdere overnames.
De overname is ingrijpend en duur betaald. DPA betaalt minimaal 25 miljoen euro voor NIG, deels in aandelen (10 miljoen aandelen tegen een uitgiftekoers van 1,50 euro per aandeel) en deels in contanten (10,4 miljoen euro). DPA zal hiervoor in totaal 23,84 miljoen nieuwe aandelen moeten uitgeven. Na deze emissie zullen ruim 41,7 miljoen aandelen uitstaan.
In 2009 behaalde NIG, opnieuw blijkens het KvK register, een bedrijfsresultaat (ebitda) van 1,5 miljoen euro en een resultaat na belastingen van 1,2 miljoen euro. NIG draait dus wel winst, terwijl DPA al vijf zware verliesjaren achter de rug heeft. Met een verhouding tussen overnameprijs en resultaat na belastingen over 2009 van ten minste 20 is de deal als duur te bestempelen.
Een dergelijke multiplier is voor DPA niet te berekenen. Op het moment van aankondiging van de overname (14 januari 2010) was DPA’s marktkapitalisatie bijna 44 miljoen euro. De ebitda was met 4,6 miljoen euro flink negatief.
Lange terugverdientijd
Maar omdat moedermaatschappij NIG gedurende 2009 (en 2010) niet alle aandelen in de verschillende divisies bezit, is er een ‘aandeel derden’ van ruim vier euroton. Daardoor is het nettoresultaat slechts 738 duizend euro.
NIG heeft zich overigens verplicht om alle aandelen van de operationele divisies te verwerven. Lukt dit niet, dan kan DPA afzien van de koop.
Als het resultaat van de beide uitzenders over 2009 wordt opgeteld, dan resulteert een geconsolideerd verlies van zeven miljoen euro. Beide bedrijven verwachten dat de winst de komende jaren weer zal aantrekken.
De weg daar naartoe zal lang zijn. En de terugverdientijd van deze overnamesom dus ook.
Voor beleggers is het met de overnameflops nog vers in het geheugen te hopen dat DPA deze stap wel tot een succes weet te maken natuurlijk.
Update: DPA geeft meer uitleg tijdens de aandeelhoudersvergadering |
Tijdens de ava bleek dat ook NIG het in 2010 flink voor de kiezen heeft gekregen. De omzet daalde met twintig procent tot 28,6 miljoen euro waarmee een bedrijfsresultaat (ebitda) van 1,7 miljoen euro is gerealiseerd, drie euroton lager dan in 2009. Vooral de omzetval binnen het ict-segment, van 5,2 miljoen euro in 2009 naar 2,6 miljoen euro in 2010, is opvallend. President-commissaris Ron Icke bleef vaag over synergievoordelen. Behalve een besparing op huurkosten van ongeveer 500 duizend euro, NIG verhuist grotendeels naar het Amsterdamse hoofdkantoor van DPA, kon Icke beleggers geen indicatie geven van de omzetsynergieën. Wel gaf DPA aan ongeveer één procent van de nieuwe groepsomzet (in 2010 64,9 miljoen euro) aan voordelen te verwachten. Dat lijkt een weinig ambitieus doel nu alleen al een half miljoen bespaard wordt op huisvestingkosten. Meer ambitie bleek uit de doelstellingen die zijn vastgesteld voor een mogelijke nabetaling (earn out) aan de verkopende eigenaren van NIG. Eric Winter en Olav Berten hebben zicht op nog twee miljoen aandelen DPA en drie miljoen opties. Voor een eerste tranche van één miljoen aandelen moet over boekjaar een omzet worden behaald van minimaal 75 miljoen euro bij een ebitda-marge van zes procent. Het tweede aandelenpakket valt vrij indien over boekjaar 2012 de omzet uitkomt op 100 miljoen en de ebitda-marge is gestegen naar 10 procent. De opties zal het duo toegestopt worden als de omzet in 2013 ten minste 120 miljoen euro is bij een ebitda-marge van eveneens 10 procent. |
Gerelateerde artikelen