De VEB en ASR Nederland hebben de Ondernemingskamer verzocht een onderzoek in te stellen naar wanbeleid bij Van der Moolen. Met het indienen van het verzoekschrift is de eerste stap gezet om ten behoeve van gedupeerde beleggers de feiten over het faillissement helder te krijgen.
De VEB en ASR zijn samen met nog enkele aandeelhouders van mening dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan juist beleid bij Van der Moolen. Een onafhankelijk uit te voeren onderzoek naar het faillissement moet opening van zaken geven en vaststellen of sprake is van wanbeleid, en zo ja wie daarvoor verantwoordelijk is.
Onderwerpen van het enquêteonderzoek
Het door aandeelhouders Van der Moolen gevraagde onderzoek zou zich moeten toespitsen vanaf het moment van de overname van Curvalue tot en met datum faillissement dat op 10 september 2009 is uitgesproken. In die periode is een reeks van uiteenlopende initiatieven opgestart om Van der Moolen weer winstgevend te maken. Deze initiatieven gingen met grote kosten gepaard maar zijn niet succesvol gebleken, waardoor de verliezen alsmaar verder opliepen en een faillissement uiteindelijk onafwendbaar was.
De belangrijkste redenen voor deze enquêteprocedure zijn:
- de corporate governance,
- het ondernemingsbeleid,
- mogelijke belangenverstrengeling.
Beleggers plaatsen grote vraagtekens bij het gevoerde bestuur en het gehouden toezicht door de raad van commissarissen. Ook staken de grote verliezen over de laatste jaren schril af bij de resultaten van vergelijkbare ondernemingen over dezelfde periode. Daardoor is de liquiditeitspositie sterk uitgehold. Bovendien werden tot kort voor het faillissement publieke mededelingen gedaan waarin een te rooskleurig beeld van de toekomstperspectieven van Van der Moolen werd geschetst.
Vereniging van Effectenbezitters
Onderwerpen van het enquêteonderzoek
Het door aandeelhouders Van der Moolen gevraagde onderzoek zou zich moeten toespitsen vanaf het moment van de overname van Curvalue tot en met datum faillissement dat op 10 september 2009 is uitgesproken. In die periode is een reeks van uiteenlopende initiatieven opgestart om Van der Moolen weer winstgevend te maken. Deze initiatieven gingen met grote kosten gepaard maar zijn niet succesvol gebleken, waardoor de verliezen alsmaar verder opliepen en een faillissement uiteindelijk onafwendbaar was.
De belangrijkste redenen voor deze enquêteprocedure zijn:
- de corporate governance,
- het ondernemingsbeleid,
- mogelijke belangenverstrengeling.
Beleggers plaatsen grote vraagtekens bij het gevoerde bestuur en het gehouden toezicht door de raad van commissarissen. Ook staken de grote verliezen over de laatste jaren schril af bij de resultaten van vergelijkbare ondernemingen over dezelfde periode. Daardoor is de liquiditeitspositie sterk uitgehold. Bovendien werden tot kort voor het faillissement publieke mededelingen gedaan waarin een te rooskleurig beeld van de toekomstperspectieven van Van der Moolen werd geschetst.
Vereniging van Effectenbezitters