Wie het afgelopen jaar belegde in beleggingsfondsen verloor niet alleen veel geld door de grote koersverliezen, maar was ook nog eens duurder uit voor het beheer van zijn geld. Die trend zet dit jaar naar alle waarschijnlijkheid door.
Dat blijkt uit onderzoek van de VEB naar de kosten voor in Amsterdam genoteerde beleggingsfondsen.De kosten van beleggingsfondsen zijn afgelopen jaar tot wel 22 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Die dubbelcijferige kostenstijging treedt op in de categorie aandelen landenfondsen en is vooral een groot deel te danken aan de kostenverhogingen van aanbieder Optimix. Drie Optimix-fondsen halen de top vijf grootste kostenstijgingen.
Oorzaken
Beleggers die voor langere termijn beleggen in beleggingsfondsen worden dubbel hard geraakt door de koersdalingen in 2008 en het begin van 2009. Beleggingsfondsen hebben het beheerd vermogen zien dalen door massale uitstroom en dalende waarde van de beleggingen.Daardoor moeten vaste kosten, zoals bewaar-, bank- en marketingkosten door steeds minder beleggers worden opgehoest waardoor de vaste kosten per beleggers fors zijn gestegen. Vooral bij kleinere fondsen vreten deze kosten een fors deel van het te behalen rendement weg.
Grote verschillen in kosten
Als het onderzoek een ding duidelijk maakt dan is het wel dat shoppen loont. De onderlinge kostenverschillen blijken zelfs tussen gelijksoortige fondsen bijzonder groot. Mixfonds T&P Allegretto Fund was afgelopen jaar het duurst. Kosten: 5,39% van het belegd vermogen. Goedkoopste partij was het aandelenfonds W.P. Stewart Holdings Fund met een tarief van 0,54%. De gunstige kostenpost bij W.P. Stewart Holdings Fund is opvallend. Dit actief beheerde fonds blijkt een stuk goedkoper dan andere actief beheerde fondsen. Tot de voordeligste fondsen behoren verder een drietal obligatiefondsen en een indexfonds. Geen verrassende constatering, omdat beide typen fondsen over het algemeen relatief voordelig te beheren zijn.
Over het onderzoek
De kosten zijn gemeten naar de Total Expense Ratio (TER); de prijs die een consument betaalt voor beleggen in een beleggingsfonds, gemeten als percentage van het belegd vermogen. De TER wordt jaarlijks na afloop van het boekjaar berekend.
De VEB geeft fondsen een rating waarbij de kosten een belangrijke rol spelen. Lees hier de achtergronden van de VEB-rating en VEB-kostenbox.
Oorzaken
Beleggers die voor langere termijn beleggen in beleggingsfondsen worden dubbel hard geraakt door de koersdalingen in 2008 en het begin van 2009. Beleggingsfondsen hebben het beheerd vermogen zien dalen door massale uitstroom en dalende waarde van de beleggingen.Daardoor moeten vaste kosten, zoals bewaar-, bank- en marketingkosten door steeds minder beleggers worden opgehoest waardoor de vaste kosten per beleggers fors zijn gestegen. Vooral bij kleinere fondsen vreten deze kosten een fors deel van het te behalen rendement weg.
Grote verschillen in kosten
Als het onderzoek een ding duidelijk maakt dan is het wel dat shoppen loont. De onderlinge kostenverschillen blijken zelfs tussen gelijksoortige fondsen bijzonder groot. Mixfonds T&P Allegretto Fund was afgelopen jaar het duurst. Kosten: 5,39% van het belegd vermogen. Goedkoopste partij was het aandelenfonds W.P. Stewart Holdings Fund met een tarief van 0,54%. De gunstige kostenpost bij W.P. Stewart Holdings Fund is opvallend. Dit actief beheerde fonds blijkt een stuk goedkoper dan andere actief beheerde fondsen. Tot de voordeligste fondsen behoren verder een drietal obligatiefondsen en een indexfonds. Geen verrassende constatering, omdat beide typen fondsen over het algemeen relatief voordelig te beheren zijn.
Over het onderzoek
De kosten zijn gemeten naar de Total Expense Ratio (TER); de prijs die een consument betaalt voor beleggen in een beleggingsfonds, gemeten als percentage van het belegd vermogen. De TER wordt jaarlijks na afloop van het boekjaar berekend.
De VEB geeft fondsen een rating waarbij de kosten een belangrijke rol spelen. Lees hier de achtergronden van de VEB-rating en VEB-kostenbox.