VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In het “Kerstarrest” van december 2021 heeft de Hoge Raad, kort gezegd, geoordeeld dat de jaarlijks bepaalde fictieve rendementen waarop de box 3-belasting gebaseerd is, niet te veel mogen afwijken van de jaarlijks werkelijk behaalde rendementen. Het Kerstarrest heeft de regering aangezet tot rechtsherstel. Uitgangspunt is dat de vermogensrendementsheffing zal worden gebaseerd op werkelijk behaalde rendementen.  

Tot dat moment wordt een overbruggingsregime gehanteerd: de spaarvariant. Hierbij is de belasting op spaargeld (boven bepaalde vrijstellingen) in lijn met de geldende spaarrentes en wordt de belasting voor overige bezittingen (waaronder beleggingen) gebaseerd op forfaitaire rendementen, waarbij een niet voor inflatie gecorrigeerd (arbitrair) mandje beleggingen de basis vormt.  

Lagere aanslag 
Met de arresten van 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad een streep gezet door de spaarvariant. Beleggers hoeven alleen belasting te betalen over werkelijk behaald rendement. Of beter gezegd: als mensen kunnen aantonen dat ze een lager rendement hebben behaald dan de fiscus eerder heeft ingeschat, dan moet het verschil worden terugbetaald. De andere kant op kan niet: als iemand boven het ingeschatte rendement aan winsten behaalt, volgt geen hogere aanslag. 

Veel beleggers – met vermogen boven een belastingvrije drempel – zullen over de belastingjaren 2022 en 2023 een lagere aanslag kunnen krijgen. Over deze jaren zijn de aanslagen nog niet definitief vastgesteld. De fiscus heeft dit opgehouden, totdat de Hoge Raad met zijn arrest zou komen.  

De Belastingdienst werkt aan een formulier waarmee belastingplichtigen hun werkelijk rendement kunnen doorgeven. De huidige planning voorziet dat het pas vanaf de zomer van 2025 mogelijk is om het werkelijk rendement door te geven. Deze ‘tegenbewijsregeling’ vraagt gedetailleerde informatie van belastingplichtigen. De VEB is, samen met andere belangenorganisaties, in overleg met de Belastingdienst en het ministerie van Financiën om deze regeling werkbaar te houden.  

Nieuw stelsel 
Al enige tijd wordt gewerkt aan een nieuwe box 3-belasting op basis van werkelijk rendement. De ingangsdatum van de nieuwe wet is wederom uitgesteld, nu tot 2028. De Raad van State, een belangrijke adviseur van de regering, heeft onlangs forse kritiek geuit op dit wetsvoorstel. Van belastingplichtigen – vooral van beleggers – wordt onevenredig veel inspanning gevraagd bij het invullen van hun aangifte.  

Hoewel de regering niet gebonden is om het advies van de Raad van State op te volgen, lijkt het zonneklaar dat het huidige wetsvoorstel voor een nieuwe box 3-belasting terug naar de tekentafel moet. De VEB heeft recent al suggesties gedaan om de uitvoering flink te verbeteren. 

Het is een verbeterde versie van een methodiek die al tot 2017 werd gehanteerd. Daarbij werd uitgegaan van peildatum 1 januari en een forfaitair rendement van 4 procent. Een belangrijke aanpassing, mede ingegeven door de oordelen van de Hoge Raad, is die voor situaties waarin een lager rendement is behaald. In die gevallen wordt geen belasting geheven. 

 

Deze actie is nu open voor deelname Registreren

Relevante datum: 2022 en later
Stand van zaken: Hoge Raad fluit kabinet terug inzake box 3. Wachten op concrete terugbetalingsregeling