VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

'Blijf ze tarten, blijf ze uitdagen'

Het is de trend van de laatste jaren. Accountants die miskleunen en daarmee beleggers duperen. Wat zijn de oorzaken? Marcel Pheijffer, hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden licht toe

Zo'n accountantsverklaring, wat heb je er eigenlijk aan als belegger?
‘De waarde van de accountantsverklaring (thans controleverklaring geheten) is in de loop der tijd gedaald. Daaraan liggen meerdere oorzaken ten grondslag.

Zo is de formulering van de verklaring in standaardbewoordingen die zelden aansluiten op de informatiebehoeften van gebruikers in een concrete situatie.

Een tweede punt betreft de angst van accountants op aansprakelijkstelling. Die angst maakt ze schuw om in voorkomende gevallen écht iets te zeggen en voortijdig aan de bel te trekken.

Ten derde is het zo dat de telkens uitdijende hoeveelheid regels ruimte laat voor vele interpretaties en subjectiviteit. Daardoor bestaat er geen eenduidige norm of waarheid in verslaggevingsland. Tot slot - maar ik ben niet limitatief - speelt er een tijdsaspect.

De verklaring stamt uit de tijd waarin de 24-uurs economie nog niet welig tierde. Waarbij zakendoen op (inter)nationale schaal bescheidener was, waar de ICT-mogelijkheden beperkter waren.

Samengevat: waarin andere risico's speelden en het beeld van de onderneming niet zo snel kon veranderen als in dit tijdsgewricht het geval is. Anders gezegd: de foto - jaarrekening - eenmaal per jaar dient al lang te worden vervangen door een film van de onderneming.

Overigens wil voorgaande niet zeggen dat de verklaring van de accountant geen enkele waarde heeft. Het is een ijkpunt, een momentopname dat wel iets zegt en bovendien een belangrijk aangrijpingspunt geeft voor bijvoorbeeld aansprakelijkstelling van accountants die steken hebben laten vallen.'

Nu is de tekst van de accountantsverklaring overal hetzelfde. Moet die niet veel meer op maat worden gemaakt, bijv. met bedrijfsspecifieke informatie over risico's, informatiesystemen, onderzoek naar mogelijke fraude en beoordeling continuïteit van onderneming?
‘Ja, dat is precies waar ik op doel. Dit betreffen thema's waar betrokkenen bij een organisatie waarover de accountant een oordeel velt, belangstelling voor hebben.

Het is niet zo dat de accountant zich thans niet over deze onderwerpen buigt, maar het is te impliciet. Een expliciet en onderbouwd oordeel is wat nodig is en wat de accountant ook kan verzorgen.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat een accountant over deze thema's in het kader van zogeheten due diligence onderzoeken wel expliciet is in zijn rapportage.

Het argument van accountants dat dit louter kan omdat de rapportages aangaande dergelijke onderzoeken in beperkte kring worden verspreid, deel ik niet. Indien je een kwaliteitsrapport levert dat deugdelijk is onderbouwd zou het door eenieder gebruikt moeten kunnen worden.'.

Gezonde scepsis als belegger, maar waar moet je nu bij het bestuderen van de jaarrekening vooral op letten?
‘De mate van transparantie. Consistentie in rapporteringskeuzes en verantwoording. De hardheid en duurzaamheid van kasstromen. De kwaliteit van de winst.

De verhouding tussen gerapporteerde winst enerzijds en de betaalde belastingen en dividenden anderzijds. Ontwikkelingen in de tijd, trends en trendbreuken. Transacties met gelieerde partijen. Informatie aangaande de (dis)continuïteit van de bedrijfsvoering.

Teveel om op te noemen dus. Daarom is het aan de onderneming, getoetst door de accountant, om met deze en andere informatiestromen transparant en integer om te gaan. Om zowel conform de letter al s de geest van wet- en regelgeving te rapporteren. Vooral aan het handelen conform de geest van wet- en regelgeving ontbreekt het nog weleens.'

Hoe heeft het de laatste jaren in NL (Ahold, InnoConcepts, Van der Moolen, LCI, Landis) zo mis kunnen gaan?
‘U noemt allemaal zaken waarin de VEB acties heeft ingesteld. Inderdaad zijn bij al die zaken vraagtekens te plaatsen, ook als het gaat om het handelen door accountants.

Daarom is het goed dat de VEB een rechterlijk oordeel afdwingt. Daarbij is gebleken en zal blijken dat het moeilijk is om accountants daadwerkelijk aan te spreken.

Ook indien de rechter uiteindelijk zal vaststellen dat de accountant in deze en andere kwesties niet aansprakelijk kan worden gehouden, vallen er lessen te trekken.

Deze kwesties laten immers zien dat de signaalfunctie die uit moet gaan van de accountant niet adequaat werkt. We kunnen dus leren wat we moeten veranderen om die functie wel te laten werken.'

Had de accountant het beleggend publiek eigenlijk niet moeten waarschuwen voor naderend onheil?
‘Ik kan met een stevig ja antwoorden als het gaat om een aantal boekhoudschandalen en ook als het gaat om de malaise in de financiële wereld.

Ik sta daarin niet alleen. Zie de kritiek op het functioneren van accountants zoals die is verwoord door Tweede Kamerlid Plasterk, Eurocommissaris Barnier, binnen- en buitenlandse toezichthouders en ook binnen de eigen accountantskringen.

Dat wil overigens niet zeggen dat ik accountants de eerstverantwoordelijken acht als het gaat om die schandalen en malaise. Daarvoor moeten we zijn bij ondernemingsbestuurders en bankiers die te scherp aan de wind zeilden of teveel risico namen.

Bij commissarissen en overheidstoezichthouders die niet ingrepen waar dat wel nodig was. Maar het feit dat accountants niet de hoofdschuldigen zijn, kan hen niet vrijwaren voor de schuld die zij wel dragen. Mijn grootste verwijt is dat ze eerder hadden kunnen en moeten ingrijpen, waardoor ze een deel van de geleden schade hadden kunnen voorkomen.'

Wat zijn de lessen die de beroepsgroep uit de fiasco's moeten leren? En beleggers?
‘Terugkijkend naar de geschiedenis van het accountantsvak kunnen we constateren dat de accountant het grijze, saaie imago wat van zich heeft afgeschud. Commerciëler is geworden.

Accountantskantoren zijn (te) groot geworden. Er wordt gestuurd op indicatoren als omzet, winst, leverage en vooral het partnersalaris. De accountant is van dominee tot koopman verworden en moet weer terug naar zijn roots.

Zolang de controlerend accountant bestaat bij de gratie van de wetgever, behoort de vervulling van zijn of haar maatschappelijke functie en taak voorop te staan. Het ‘dienende' zou voorop moeten staan. Niet het ‘verdienende'.

En beleggers? Blijf accountants uitdagen, tarten, leg ze het vuur na aan de schenen. Hou ze scherp opdat zij excelleren.'

Kun je als belegger makkelijk gaten schieten in de getrouwheid van de jaarrekening?
‘Makkelijk is een groot woord. Maar met enige analyse en soms met bijstand van anderen is er het nodige mogelijk. Vasthoudendheid, doorvragen, analyses over meerdere jaren en dergelijke zijn noodzakelijk om op den duur gaten te kunnen schieten.'

U wilt van de verplichte jaarrekeningcontrole af. Waarom?
‘Mijn standpunt - zoals vorig jaar verwoord in het Financieele Dagblad - ligt iets genuanceerder. Aan de onderkant van de markt moeten we nuchter blijven en constateren dat de accountant veeleer als adviseur van de ondernemer werkt dan als vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer.

Dat constaterende, maar ook kijkend naar de huidige informatiebehoeften van fiscus en banken in dat marktsegment, stel ik voor de verplichte controle aldaar af te schaffen.

Anders geformuleerd: de grenzen voor de verplichte controle fors te verhogen. Echter, voor het topsegment van de markt - daaronder de beursgenoteerde ondernemingen - heb ik juist een verzwaring van de controle voorgesteld.

Voor dit segment zou het een slecht idee zijn om de controle van buitenaf te verminderen. De les uit de afgelopen decade is dat het daar juist beter moet. Dat kan mede door de controle-eisen te verzwaren, maar ook door meer informatie in de controleverklaring te geven.'

Het accountantsvak zegt te hebben geleerd van vertrouwensbreuk en te willen veranderen. Hoopvol gestemd?
‘Laat ik het houden op neutraal. Ik zie de veranderingen die deels vanuit de beroepsorganisaties en andere geledingen binnen het beroep worden ingezet. Mijn scepsis zit erin dat die veranderingen zijn afgedwongen.

Dat accountants eerst te lang hebben stilgezeten alvorens de noodzaak tot veranderingen te erkennen. De veranderingen passen bovendien binnen het tijdsgewricht en zijn niet echt spectaculair of revolutionair.

Bovendien willen accountants wisselgeld incasseren: uitbreiding van taken, bijvoorbeeld op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, of het verminderen van de aansprakelijkheidsrisico's.

Ik moet dus nog zien dat men daadwerkelijk wil veranderen, dat het met het hart wordt onderschreven. Geen woorden maar daden. Het gevaar is dat zodra de druk op het beroep gaat verminderen, de spotlights zwenken, de teugels worden gevierd, accountants het commerciële pad weer intrekken en hun maatschappelijke plicht weer gaan verzaken.'

Scheiding van controle en advies: een goed plan?
‘Dit ligt moeilijk, maar ik neig er steeds meer toe. De hoeveelheid regels en lijstjes inzake verboden diensten is groeiende. Dat zorgt voor veel discussies. Die worden bovendien herhaald zodra nieuwe diensten opdoemen.

Strikte scheiding is de simpele oplossing. Vooralsnog heb ik een tussenoplossing: het benoemen van een zeer beperkt aantal diensten die naast de wettelijke controle zijn toegestaan.'

Accountant en bedrijf klitten samen, zo lijkt het. Accountantswissels zijn zeldzaam, tientallen jaren de controle van een bedrijf doen is geen uitzondering. Is dat zorgwekkend?
‘Ik ben een voorstander van meer dynamiek in de accountantsmarkt. Verplichte kantoorroulatie, verplichte periodieke tendering, stimulansen om de marktmacht van de ‘grote vier' wat te verminderen, kunnen dat bevorderen.'

Bij nader forensisch onderzoek - door ander kantoor - gaat vaak de beerput open (zie bijv. Ahold of in faillissementen als VDM en InnoConcepts). Waarom dan wel en bij ‘going concern' niet?
‘Ik stelde een soortgelijke vraag eens aan een bestuursvoorzitter van een accountantsorganisatie. Die gaf als antwoord dat bij specialistische of bijzondere onderzoeken diens beste mensen kunnen worden ingezet, omdat de klanten er dan voor willen betalen.

De wettelijke controle wordt door ondernemingen vaak als een ‘moetje met te weinig toegevoegde waarde' gezien. Daar wil men niet veel voor betalen.

Ik deel het door hem gegeven antwoord niet. Mijn reactie was dat een accountant die te weinig budget krijgt waardoor hij niet de vereiste kwaliteit kan leveren, nee dient te zeggen tegen een opdracht. Het probleem is echter dat accountants niet graag nee zeggen tegen hun klanten.'