Frits Goldschmeding neemt steeds meer afstand van geesteskind Randstad. De grondlegger van het inmiddels tweede uitzendconcern ter wereld zwaait eind deze maand af als commissaris.
Na de aandeelhoudersvergadering van 31 maart zit ook zijn maximale periode als commissaris er op. Daarmee komt een einde aan een periode van ruim 50 jaar dat Goldschmeding actief was bij Randstad.
Op de kop af een halve eeuw geleden startte hij met studievriend Ger Daleboudt vanuit hun Amstelveense studentenkamer het toenmalige Uitzendbureau Amstelveen.
Al snel verdubbelde de omzet van het bedrijf elke twee à drie maanden en doopte Goldschmeding de naam in 1964 om in Randstad Uitzendbureau. In de jaren die volgden bouwde hij het eenmanskantoor gestaag uit tot beursgenoteerde multinational.
In 1990 verkocht Goldschmeding een groot deel van zijn aandelen en kreeg Randstad een notering aan de Amsterdamse beurs. Zakenblad Quote schat zijn vermogen op ongeveer 2,3 miljard euro.
Via zijn beleggingsvehikel Randstad Beheer houdt Goldschmeding volgens de registers van De Autoriteit Financiële Markten (AFM) nog ongeveer 33 procent van de gewone aandelen.
Macht vervaagt
Van oprichter en bestuursvoorzitter tot commissaris, en van commissaris naar ‘slechts’ nog grootaandeelhouder. Goldschmeding zal het hele parcours afleggen.
Vanaf 1 april mag hij dan misschien niet meer actief toezicht houden op topman Ben Noteboom en zijn medebestuurders, de man die aan de wieg stond van de wereldwijde uitzendsector vertrekt nooit helemaal. Zijn macht vervaagt hooguit.
Een Randstad zonder Goldschmeding lijkt haast ondenkbaar. Zeker bij leven en welzijn. In het Diemense hoofdkantoor zal Goldschmeding op ieder moment van de dag kunnen binnenlopen.
Constructie met erfgenamen
Illustratief voor de twee-eenheid tussen oprichter en onderneming is de constructie die tussen Randstad en de familie al in 2007 is opgezet voor het geval Goldschmeding komt te overlijden. Om de ‘continuïteit en strategische ontwikkeling van de onderneming veilig te stellen’, zo staat in het meest recente jaarverslag te lezen.
Mocht Goldschmeding komen te overlijden dan kunnen zijn erfgenamen het aandelenpakket niet direct van de hand doen. In de eerste 12 maanden na overlijden mogen zij zelfs geen enkel aandeel verkopen (de ‘lock-up regeling’). Ook kunnen zij geen druk uitoefenen op Randstad om welke verandering dan ook in de strategie van de uitzender door te voeren.
Als de erven Goldschmeding na deze lock-up periode alle of een deel van de Randstad-aandelen toch willen overdragen, dan moeten zij bestuur en commissarissen zes maanden van te voren daarover inlichten.
Nieuwe hoeder
Nu Goldschmeding vertrekt als jachtopziener heeft zijn investeringsvehikel, dat het merendeel van de aandelen in handen van de familie houdt, het recht een opvolger voor te dragen. Ook dit recht is onderdeel van de overeenkomst.
Goldschmeding en de zijnen stallen Jaap Winter als nieuwe commissaris in de boardroom, zo blijkt uit de agenda voor de aanstaande aandeelhoudersvergadering. Winter is partner bij het statige advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek en kennelijk een vertrouweling van de familie Goldschmeding.
In 2003 maakte Winter deel uit van de Commissie Tabaksblat die nieuwe regels opstelde voor de wijze waarop bestuur, commissarissen en aandeelhouders met elkaar dienden om te gaan. De stemming is met Goldschmeding’s aandelenbelang niet meer dan een hamerstuk.
En dus wordt Winter de nieuwe hoeder van het familiebelang.Zodra het belang van de familie onder de 25 procent zakt, vervallen de gemaakte afspraken tussen partijen.
Op de kop af een halve eeuw geleden startte hij met studievriend Ger Daleboudt vanuit hun Amstelveense studentenkamer het toenmalige Uitzendbureau Amstelveen.
Al snel verdubbelde de omzet van het bedrijf elke twee à drie maanden en doopte Goldschmeding de naam in 1964 om in Randstad Uitzendbureau. In de jaren die volgden bouwde hij het eenmanskantoor gestaag uit tot beursgenoteerde multinational.
In 1990 verkocht Goldschmeding een groot deel van zijn aandelen en kreeg Randstad een notering aan de Amsterdamse beurs. Zakenblad Quote schat zijn vermogen op ongeveer 2,3 miljard euro.
Via zijn beleggingsvehikel Randstad Beheer houdt Goldschmeding volgens de registers van De Autoriteit Financiële Markten (AFM) nog ongeveer 33 procent van de gewone aandelen.
Macht vervaagt
Van oprichter en bestuursvoorzitter tot commissaris, en van commissaris naar ‘slechts’ nog grootaandeelhouder. Goldschmeding zal het hele parcours afleggen.
Vanaf 1 april mag hij dan misschien niet meer actief toezicht houden op topman Ben Noteboom en zijn medebestuurders, de man die aan de wieg stond van de wereldwijde uitzendsector vertrekt nooit helemaal. Zijn macht vervaagt hooguit.
Een Randstad zonder Goldschmeding lijkt haast ondenkbaar. Zeker bij leven en welzijn. In het Diemense hoofdkantoor zal Goldschmeding op ieder moment van de dag kunnen binnenlopen.
Constructie met erfgenamen
Illustratief voor de twee-eenheid tussen oprichter en onderneming is de constructie die tussen Randstad en de familie al in 2007 is opgezet voor het geval Goldschmeding komt te overlijden. Om de ‘continuïteit en strategische ontwikkeling van de onderneming veilig te stellen’, zo staat in het meest recente jaarverslag te lezen.
Mocht Goldschmeding komen te overlijden dan kunnen zijn erfgenamen het aandelenpakket niet direct van de hand doen. In de eerste 12 maanden na overlijden mogen zij zelfs geen enkel aandeel verkopen (de ‘lock-up regeling’). Ook kunnen zij geen druk uitoefenen op Randstad om welke verandering dan ook in de strategie van de uitzender door te voeren.
Als de erven Goldschmeding na deze lock-up periode alle of een deel van de Randstad-aandelen toch willen overdragen, dan moeten zij bestuur en commissarissen zes maanden van te voren daarover inlichten.
Nieuwe hoeder
Nu Goldschmeding vertrekt als jachtopziener heeft zijn investeringsvehikel, dat het merendeel van de aandelen in handen van de familie houdt, het recht een opvolger voor te dragen. Ook dit recht is onderdeel van de overeenkomst.
Goldschmeding en de zijnen stallen Jaap Winter als nieuwe commissaris in de boardroom, zo blijkt uit de agenda voor de aanstaande aandeelhoudersvergadering. Winter is partner bij het statige advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek en kennelijk een vertrouweling van de familie Goldschmeding.
In 2003 maakte Winter deel uit van de Commissie Tabaksblat die nieuwe regels opstelde voor de wijze waarop bestuur, commissarissen en aandeelhouders met elkaar dienden om te gaan. De stemming is met Goldschmeding’s aandelenbelang niet meer dan een hamerstuk.
En dus wordt Winter de nieuwe hoeder van het familiebelang.Zodra het belang van de familie onder de 25 procent zakt, vervallen de gemaakte afspraken tussen partijen.
Probleem met opvolging |
Goldschmeding ondervond ook hoe lastig de troonopvolging is. Onder bestuursvoorzitter Hans Zwarts, die hem in 1998 was opgevolgd, waren de resultaten onder druk komen te staan. Het aandeel, dat eind jaren negentig dik boven de 40 euro had gekoerst, was in 2002 gedaald tot onder de 6 euro, onder ander vanwege problemen met het verhapstukken van overnames. Cleem Farla, die Zwarts in 2002 verving, moest vervolgens binnen een jaar de handdoek in de ring gooien wegens ziekte. Toen Ben Noteboom in 2003 aantrad als bestuursvoorzitter van Randstad, bevond de uitzendgigant (omzet destijds 5,3 miljard euro) zich in zwaar weer. Maar Randstad lijkt bij Noteboom in goede handen. Nu, na zo’n zeven jaar Noteboom aan het roer heeft het concern bij een koers van 4o euro een beurswaarde van 6,8 miljard euro. Medio 2007 stond het aandeel Randstad nog boven de 60 euro. Op dit moment moet Randstad alleen het Zwitserse Adecco in termen van omzet (2010: 18,6 miljard euro) voor zich dulden. Het laatste jaar onder toezicht van Goldschmeding sloot het concern af met een omzetstijging tot 14,2 miljard euro en een operationele winst (ebita) van ruim een half miljard euro. Na een dramatisch 2009 pluste de nettowinst met ruim 320 procent tot 289 miljoen euro. In het vierde kwartaal zag Randstad de omzet stijgen met 22 procent (organisch met 17 procent). De brutomarge herstelde licht, van 18,5 procent in het derde naar 18,9 procent in het vierde kwartaal. Na twee jaar 'zonder' ontvangen aandeelhouders Randstad over 2010 ook weer dividend. De uitzender schuift zestig procent van de winst door naar aandeelhouders (1,18 euro per aandeel). In tien jaar tijd was dat percentage niet zo hoog. |
Gerelateerde artikelen