VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Turkije heeft na de Verenigde Staten het grootste leger van de NAVO, waarmee het onder meer een grote, niet onomstreden, aanwezigheid op Noord-Cyprus in stand houdt. Dat werd door de internationale gemeenschap nog gedoogd, maar na de Turkse inval in Syrië gaat een lucratieve afzetmarkt voor de wapenindustrie nu toch op slot.

Er zijn allerlei Amerikaanse en Europese bedrijven de dupe van het exportverbod van wapens naar Turkije. Ook Nederlandse: sinds 2004 keurde het ministerie 800 vergunningen voor wapenhandel met Turkije goed. In totaal verdienden Nederlandse bedrijven daarmee 494 miljoen euro. Fokker heeft zelfs een fabriek in het Turkse Izmir.

Het grootste deel van de Nederlandse export betrof onderdelen van wapens en ander defensiematerieel, zoals radarsystemen en koelers voor warmtecamera’s, schreef de Volkskrant deze week. Ook leverde Nederland componenten voor groter geschut, zoals draagarmen voor de rupsbanden van pantservoertuigen en onderdelen van tanks.

Fokker staat niet meer op de beurs, maar veel wel beursgenoteerde Nederlandse industriële bedrijven leveren direct of indirect onderdelen voor wapens. In het huidige tijdsgewricht lopen ze daarmee in hun persberichten of jaarverslagen uiteraard niet te koop.

Dat is dus slecht nieuws voor deze bedrijven, maar ook voor beleggers in Turkse aandelen, een populaire ‘opkomende markt’, is het exportverbod een tegenvaller. Tot voor kort leek de Turkse economie het weer goed te doen. De inflatie was gedaald van 25 procent vorig jaar naar 9 procent. De Turkse centrale bank was erin geslaagd om de rente flink te verlagen, waardoor de motor van de schuldgroei weer op gang kwam, terwijl de regering maatregelen had genomen om de gezondheid van het banksysteem te verbeteren, schreef Credit Analyst Fixed Income bij de JupiterDirect naar de PDF  Asset Management Reza Karim.

De VS, de NAVO-bondgenoot die door zich uit Noord-Syrië terug te trekken Turkije eigenlijk de ruimte bood voor een inval, dreigen nu met economische sancties die het herstel van de Turkse economie kunnen schaden. Er is inmiddels een deal tussen Trump en Erdogan over een staakt-het-vuren, maar de situatie is fragiel.

Het is een ingewikkelde relatie tussen Turkije, de VS en de Koerden, schrijft Reza Karim. De VS is een bondgenoot van Turkije en gebruikte de Koerden in Noord-Syrië om Islamitische staat (IS) te bestrijden. Turkije beschouwt zowel de Koerden als IS als vijanden, maar nu de IS-dreiging grotendeels is verdwenen, is Turkije Syrië binnengevallen om weer tegen de Koerden te vechten.

De Turkse economie is uiterst kwetsbaar. De munteenheid was recentelijk vrij stabiel, maar de vrees bestaat dat Turkije kan bezwijken onder zijn grote buitenlandse schuld. De Turkse staatsschuld van 230 miljard dollar luidt voor 40 procent in buitenlandse munteenheden en ook particulieren en bedrijven hebben relatief veel schulden in buitenlandse valuta.

Dit is veel voor een land dat meestal een tekort op de lopende rekening heeft. Turkije heeft een constante instroom van dollars en euro’s nodig om zijn schuld te blijven herfinancieren. Dit maakt zowel de munt, de economie in het algemeen en de aandelenbeurs zeer kwetsbaar voor nieuwe militaire escalaties.